Verkoop op lijfrente
FR - NL

Handleiding

Jaartal van de sterftetafel

In principe gaat het hier om het jaar van waardering.

Stationaire of prospectieve sterftetafel

• Een prospectieve sterftetafel, in tegenstelling tot een stationaire sterftetafel, houdt rekening met de toekomstige evolutie van de levensduur.
• Om de Stabel recentste sterftetafel toe te passen: klik op S (stationaire sterftetafel) en het jaartal vermeld onderaan naast "Sterftetafels Statbel".
• Aanbevolen sterftetafel: prospectieve sterftetafel, jaartal = waarderingsjaar.

Verjonging van de rentenier (verkoop op lijfrente zonder voorbehoud vruchtgebruik)

De verkoop op lijfrente interesseert verkopers die denken lang te leven, terwijl de software wordt uitgewerkt op basis van de sterftetafels van de algemene bevolking. De waarneming toont aan dat de levensverwachting van een lijfrentenier van 70 jaar met de levensverwachting van een normale persoon van 64 jaar overeenstemt. Op 70 jaar bedraagt de verjonging dus 5 jaar.
We stellen de volgende maximale verjonging dus voor (alleen zonder voorbehoud vruchtgebruik):
- op 70 jaar of minder: verjonging = 6 jaar
- van 76 tot 80 jaar: verjonging = 4 jaar
- van 81 tot 85 jaar: verjonging = 3 jaar
- van 86 tot 90 jaar: verjonging = 2 jaar
- op 91 jaar of meer: verjonging = 1 jaar

Aanbevolen rentevoet
a) voor de waardering van de rente

• Gemiddelde vaste rentevoet van de hypothecaire leningen (HL vaste rentevoet) waarvan de duur gelijk is aan de gemiddelde duur van de rente.
• De verkoper (eigenaar) en de koper (rentenier) zijn immers respectievelijk lener en ontlener voor een onroerend goed.

b) voor de waardering van het vruchtgebruik

• Jaarlijks netto-rendementscijfer van het goed, d.w.z.:
          jaarlijks netto-inkomen van het goed / waarde van het goed

zie bladzijde Actualiteit - Update

Waarde van het vruchtgebruik. Waarde van de rente

Het vruchtgebruik (of rente) vervalt op het einde van de periode (jaar, kwartaal of maand). In geval van overlijden bevat de waarde van het vruchtgebruik (of rente) een bijkomend inkomen voor de periode die verstreken is sedert de laatste vervaldag (rente-termijn bij overlijden). Ingeval dat de einddatum van het vruchtgebruik (of rente) met een vervaldag niet samenvalt bevat de waarde van het vruchtgebruik (of rente) een bijkomend inkomen op deze einddatum. Dit bijkomend inkomen is evenredig met de tijd die is verstreken sedert de laatste vervaldag.